Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [het is] [8]gelijk een mens, die buiten 's lands reizende, zijn dienstknechten riep, en gaf hun zijn goederen over. 8. Door deze gelijkenis worden wij vermaand de gaven, die God ons verleent, elk naar de mate derzelve waar te nemen en te besteden tot de meeste stichting van anderen, met belofte van genadige beloning hier en hiernamaals voor degenen die zulks doen, en bedreiging van zware straffen tegen degenen, die zulks nalaten. Zie Joh.15:2; 1 Kor.12:5,6,7.